De voorouders van deze druivensoort, Negru Vârtos uit Zuid-Roemenië en Saperavi uit Georgië, verbinden zich in een druivensoort die voor het eerst het daglicht zag in het Drâgășani-gebied. Deze druiven, die veeleisende gewasverzorging in de wijngaard en verfijnde verwerking in de kelder nodig hebben, creëren een wijn die sterk afwijkt van de alledaagse reguliere variëteiten: geen onbezonnen geconcentreerde knal, maar een fijn genuanceerde, immens diepe, elegante en complexe wijn.
Hij rijpt minstens een jaar in vaten van 300 tot 400 liter, zonder nieuw hout, waardoor de tanninestructuur op de achtergrond blijft en de meerlaagse aroma's van de druif zich speels in de mond ontvouwen. Een frisse zuurgraad geeft deze wijn nog vele jaren een groot potentieel en belooft een groot aantal aangenaam ronde tonen wanneer hij wordt afgegoten.
Er zijn nog geen Beoordelingen.